Volwassen worden. Danseres en zuster

Met Merel Franx en Holkje van der Veer OP

Er was eens een jonge danskunstenares en een ouder wordende kloosterzuster met een bijzonder lichaam.

 

Samen lazen ze het hoofdstuk over volwassen worden uit het boek Leven in volheid van Timothy Radcliffe. En ze drukten hun ontmoetingen en inzichten uit in een stille dans.

‘En steeds weer komen er vragen, steeds nieuwe, soms dezelfde in een andere vorm’, schrijft zr. Holkje van der Veer in haar beschouwing over de samenwerking, hier onder de film.

‘Vaak zijn de vragen teder en teer. Het is een spiritueel zoeken zonder schaamte, en toch is het voorzichtig. Volwassen worden heeft alles met groei te maken. Met wonen in je lichaam, voelen wat je voelt, zijn wie je bent.’

Hoe verschillend ze ook zijn, ze vonden elkaar in een tekst van de 14e-eeuwse dominicanes Catharina van Siena:

Een diepe Zee, o eeuwige,
waarin ik, hoe dieper ik duik,
steeds meer vind
en hoe meer ik vind,
hoe meer ik ga zoeken.

Merel en Holkje dansten twee keer voor een klein publiek – in coronatijd – en een derde keer voor de camera, in de kapel van het moederhuis van de dominicanessen van Neerbosch (Nijmegen).

zr. Holkje over de samenwerking

 

‘Holkje, jou ga ik koppelen aan een choreografe, een danseres. Haar naam is Merel Franx.’ Dat hoorde ik een half jaar geleden uit de mond van Arjan Broers.

Omdat ik probeer te leven vanuit het motto: ‘Zeg eerst ja, voordat je nee zegt’, zei ik: ‘Wat spannend, ik doe mee, koppel ons maar!’

Ondertussen dacht ik: ‘Dansen, ik? Dat is toch niet handig en verstandig? Kan ik dat wel? Met mijn lastige lichaam ben ik toch niet van de beweging?’

Ik besloot dit bij mijzelf te houden en liet mij uitdagen. Kome wat komt.

Merel Franx

Merel Franx Holkje van der Veer dans1
holkje in de dans

Holkje van der Veer

En zo liep Merel Franx in de zomer van 2021 mijn appartement binnen en vele andere afspraken volgden. We dronken thee en aten pizza. Een vriendschap werd geboren. In alle openheid gaven wij onze verbeelding de ruimte. Samen lazen we een hoofdstuk uit het boek Leven in volheid van Timothy Radcliffe, getiteld: volwassen worden.

Als Merel denkt en praat over dit thema gaat zij het liefste op de grond zitten. Ze zoekt letterlijk verbinding met de aarde. Alsof haar verbeeldingskracht, haar waarheid en woorden daar mogen ontstaan, daar een bron vinden. Af en toe neemt zij een pauze, dan wil ze naar buiten om even de zon en de wind te voelen, om haar longen op te frissen.

In onze gesprekken namen we elkaar mee in onze eigen ervaring van volwassen worden. Zijn we dat? Waar en wanneer werden we dat?

Merel is in de twintig, ze is een jonge kunstenaar, zoekend naar haar eigen stem en toekomst. Ik herken veel van haar vragen. Wat bindt mij aan mijn verleden, mijn gezin, de plaats waar ik vandaan kom? Welke weg wil ik gaan? Waar ga ik aarden? Met wie mag ik mij verbinden? Hoe kan alles wat er in mij is tot wasdom komen?

Door dit alles heen speelt nieuwsgierigheid. Ook naar wat geloof is en hoe je daar in wonen kan.

Daarin komen kunstenaar en kloosterling overeen: je begint bij vertrouwen, zonder te weten waar je uitkomt. Holkje van der Veer

Voor kunstenaars is dit een lastige tijd. Als Merel een subsidie wil aanvragen, moet ze al precies opschrijven wat ze gaat maken. Maar zo werkt het artistieke proces niet. Je begint bij een nieuwsgierigheid, niet bij een eindproduct.

Tot haar verrassing komen kunstenaar en kloosterling daarin overeen. Je begint bij vertrouwen, zonder te weten waar je uitkomt. Wat een opluchting!

Zelf ben ik al in de zestig. Ik ben een zuster in de dominicanenorde, een leven lang worstelend met een bijzonder lichaam en verlangend naar toekomst.

Al levend heb ik stappen gezet, keuzes gemaakt. Ik heb los moeten laten en ben toch in verbinding gebleven.

Ik ken de worstelingen met wortels, traditie, verwachtingen. Ik ben al een hele weg gegaan, maar wat zal het leven mij nog brengen? En hoe blijf ik verbonden met het kind dat nog altijd in mij zit? Hoe blijf ik mij vernieuwen?

En door dat alles heen speelt dat weten vanaf het begin. Er is een God die mij niet loslaat, er is een Geest die waait en mij helpt en in beweging zet.

kapel neerbosch voor de dans

Zo ontstaan er tijdens onze gesprekken kernwoorden, die ik noteer. De belangrijkste is vertrouwen. We vertrouwen elkaar en het proces dat wij samen zijn aangegaan. We beginnen met niets, maar er zal iets ontstaan.

We lezen samen een aantal gedichten en zoeken naar een paar regels die ons verbinden met wie we zijn. We hopen er klank en ritme in te vinden. Een gedicht dat ons beide aansprak is van Catharina van Siena, een dominicaanse zuster uit de 14e eeuw:

Een diepe Zee, o eeuwige,
waarin ik, hoe dieper ik duik,
steeds meer vind
en hoe meer ik vind,
hoe meer ik ga zoeken.

En steeds weer komen er vragen, steeds nieuwe, soms dezelfde in een andere vorm. Vaak zijn ze teder en teer. We stellen elkaar vragen die je niet aan mannen stelt, omdat ze te maken hebben met ons vrouwelijke lichaam.

We worden steeds nieuwsgieriger naar hoe de ander het leven vormgeeft, praktisch maar ook dieper: waar leef je van, ook als alles duister en verward lijkt?

Het is een spiritueel zoeken zonder schaamte, en toch is het voorzichtig. Volwassen worden heeft alles met groei te maken. Met wonen in je lichaam, voelen wat je voelt, zijn wie je bent.

Merel Franx Holkje van der Veer dans2

Als we gaan zoeken naar een vorm, ontstaat er iets wat nog het meest lijkt op een ritueel.

We werken ermee in de oude kapel van het Moederhuis van mijn congregatie, waar de eerste generatie zusters dagelijks baden en waar ik in 1996 mijn eerste professie aflegde – over volwassen worden gesproken.

Toen ik Merel deze kleine intieme plek voor het eerst liet zien, wisten we meteen dat we hier iets wilden maken.

Merel nam de tijd om ook alleen in deze kapel te zijn, in stilte en in beweging. Zo kon ze de communicatie met de ruimte aangaan, zei ze.

Zelf ervaar ik dat ik, als ik de kapel binnenkom, omhoog word getrokken. Het geeft ruimte, nodigt mij uit om me te openen en er te zijn met alles wat ik ben. Het zijn zelf is het leven, een leven waarvan ik heel erg geniet. Voluit leven is: weten dat je lichaam er is, weten dat je bestaat.

Als we samen bewegen vinden we een ritme in onze ademhaling en de beweging. We komen tot rust en in beweging.

We verbinden ons en maken ons weer los. De ruimte is eindeloos, net als de bron van vreugde.

Onze dans, deze ‘preek’ hebben we laten zien – het was nog volop coronatijd – aan een beperkt aantal van mijn medezusters en aan vrienden en familie van Merel.

Nu delen we het met jullie.

Holkje van der Veer OP